De klimaatverandering betekent grote onzekerheden voor de wereldvoedselvoorziening, zo zegt de Wereld Voedsel Organisatie. Er zijn heel veel wetenschappelijke bewijzen dat biologische landbouw voor minder CO2-uitstoot zorgt en beter bestand is tegen een veranderd klimaat.
Niet alleen biologisch voedsel, maar ook biologische dranken, zoals thee, zijn een stuk gezonder voor het lichaam dan de niet-biologische variant. Biologische thee wordt namelijk verbouwd zonder dat er pesticiden aan te pas komen. De organische theeplanten worden bewerkt met koemest, boombladeren en snoeisel in plaats van met giftige bestrijdingsmiddelen om zo op een natuurlijk manier te laten groeien.
De klimaatveranderingen worden gezien als een bedreiging voor de theeplantages. De theeplanten zijn heel erg gevoelig voor hun omgeving. De specifieke plek en tijd waar thee wordt verbouwd bepalen de kwaliteit. Door de verschuiving van het regenseizoen wordt de bloeiperiode van theeplanten steeds korter.
De smaak van de thee wordt bepaald door een aantal factoren: de soort thee (variëteit), klimaat, het terroir (verwijst naar een grond of bodem in relatie tot gewassen die hierop geteeld worden), hoe er gesnoeid wordt, hoer er geplukt wordt en hoe het verwerkt wordt.
Theeplantages
Theeplanten groeien namelijk het beste in een tropisch of subtropisch klimaat. Met een temperatuur tussen de 10 en 30 graden Celsius en een regenval van 200 tot 225 mm per maand. De meest theeplantages liggen op een hoogte van 350 tot wel 3500 meter boven zeeniveau. Daarnaast heeft het aantal zonuren ook nog een belangrijke rol. Vijf uur per dag is voldoende. Het beste is dat de plantages zowel in de zon als in de schaduw staan.
Theeplantages worden vooral op berghellingen gebouwd. De smaak van thee is erg afhankelijk van de omgevingsfactoren van waar de boom groeit. De mist die op grote hoogte ontstaat, zouden de planten beschermen tegen het felle zonlicht. Op grote hoogte groeien de blaadjes van de theeplanten langzaam en dit komt de smaak van thee ten goede.